Laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten.
Hebreeën 10 vers 22
Vorig jaar zagen voorbijgangers in het water langs de Langevliet in Julianadorp een drenkeling. Ze waarschuwden de hulpdiensten. De brandweer zette manschappen in om de man uit het water te halen.
Eenmaal weer op de wal, trok de kletsnatte man een sprint. Hij verdween in een woonwijk. Agenten gingen wel op zoek, maar slaagden er niet in hem te achterhalen. Wat zou hij op z’n geweten hebben gehad?
Wie een rein geweten heeft, hoeft niet te vluchten. Wie de Heere Jezus als Heiland heeft aangenomen, heeft een gereinigd hart en een schoon geweten. Zo bestaat er geen enkele reden meer om God te ontlopen. Het tegendeel is waar: we mogen tot Hem naderen. Er is immers niets meer tussen ons en Hem! Alles wat ons van Hem scheidde, is door het sterven van de Heere Jezus weggedaan.
Daarvoor moest wel de Heere Jezus van God gescheiden worden: drie uur lang, hangend aan het kruis, in diepe duisternis. Daarvoor mogen we Hem iedere dag opnieuw hartelijk danken.
Het dagboek bestellen?