Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2019 | Zondag 31 maart

Jezus dan, Die alles wist wat er over Hem komen zou, trad naar voren en zei tegen hen: Wie zoekt u? Zij  antwoordden Hem: Jezus de Nazarener (…) Toen Hij dan tegen hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond.
Johannes 18 vers 4 tot en met 6

Een grote bende gewapende mannen trok ’s nachts de hof Gethsémané in om de Heere Jezus gevangen te nemen. Overdag durfden zij dat niet aan, omdat zij bang waren dat de mensen Hem zouden verdedigen.

De Heere Jezus hoefde Zichzelf maar bekend te maken, Hij hoefde maar te zeggen: “Ik ben het!”, en zij stortten ter aarde. Machteloos, als huldigden zij Hem.

Is er een duidelijker bewijs nodig dat de Heere Jezus vrijwillig naar het kruis ging? Mensen dachten wel dat zíj Hem gevangennamen. Dat zíj Hem tot de dood veroordeelden. Dat zíj Hem kruisigden. Maar Híj had die weg gekozen.

Van Zijn God en Vader had Hij de opdracht gekregen naar Golgotha te gaan. Dáárom ging Hij. Mensen konden, wat dat betreft, geen enkele invloed op Zijn weg uitoefenen.

Hij volbracht zonder aarzelen de hele wil van God. Zo stortte Hij Zijn bloed en gaf Hij Zich over in de dood.

 

Het dagboek bestellen?