Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus.
Filippi 3 vers 20
Als gelovigen die in 2017 leven, bevinden we ons in de genadetijd. Die begon bij de uitstorting van de Heilige Geest en duurt tot de komst van Christus. Wij die in het geloof de Heere Jezus als onze Zaligmaker hebben aangenomen, horen bij het volk van God. We horen bij de God van de hemel. Dáár horen we dan ook thuis.
Dat we de ‘hemelse nationaliteit’ hebben, hoort in ons leven zichtbaar te worden.
Stel dat de regering van ons buurland besluit om de belastingen met dertig of veertig procent te verhogen, omdat het land anders failliet gaat. Zouden we daaronder gebukt gaan? Welnee, dat raakt ons niet. Als het ons eigen land was, dan zou het lastig zijn.
Is het dan niet vreemd als we veel belangstelling hebben voor de dingen van de aarde? Natuurlijk hebben we hier een inkomen nodig, maar staan voor ons geld, plezier, gemak en aanzien op de voorgrond? Het zou zo moeten zijn dat de dingen van de Heere Jezus en van Zijn koninkrijk op de eerste plaats staan. Daardoor eren we Hem.
Het dagboek bestellen?