Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2018 | Maandag 20 augustus

O God, blijf niet ver van mij; mijn God, kom mij spoedig te hulp.
Psalm 71 vers 12

Een man gooide vanaf het perron een tas in een tram in het Belgische Sint-Gilles. Er ontstond paniek. ‘Vlucht!’, werd er geschreeuwd. ’t Was geen aanslag. Een passagier had de tas per ongeluk op het perron laten staan. De tassengooier was alleen hulpvaardig geweest.

Goede hulp is veel waard. Daar kunnen we dankbaar voor zijn.

Waar moet de hulp voor een zondaar vandaan komen? Niet van hemzelf, want geen mens kan zichzelf van zijn zonden verlossen. Ook niet van een religie, want die stellen alleen maar eisen en leggen verplichtingen op. Dat schiet niets op. Kunnen medemensen dan helpen? Onmogelijk, want die zijn zelf allemaal ook zondaars. Die zitten in hetzelfde schuitje.

Nee, de Enige Die helpen kan, is de grote God. Hij zond Zijn Zoon Jezus Christus naar het kruis om het oordeel over de zonden te ondergaan. Hij biedt nu alle mensen zondenvergeving aan, op grond van het sterven van de Heere Jezus. Het enige wat een mens moet doen, is: om hulp vragen. Dat wil zeggen: voor God knielen en in Christus geloven.

 

Het dagboek bestellen?