Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2019 | Vrijdag 21 juni

Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt.
Johannes 17 vers 24

Klonk dit “Ik wil” de Vader onaangenaam in de oren? Nee, integendeel! Het verheugde de Vader net zo als Zijn woorden in Gethsémané dat niet Zijn wil, maar die van de Vader moest gebeuren.

De Heere Jezus wenst de Zijnen eens in Zijn nabijheid te hebben, allen die de Vader Hem heeft gegeven. De Zoon waardeert hen als een kostbaar en waardevol geschenk. Daarom is het niet verbazend dat Hij hen graag aan Zijn zijde wil hebben.

Wat spreekt uit deze wens van de Heiland een waardering voor Zijn Vader, maar ook een genegenheid voor ons! Wie zijn wij dat de Zoon van God er zó naar verlangt ons bij Zich te hebben?

Van nature zijn we schuldige en verloren zondaren, maar Gods genade heeft ons de schuld kwijtgescholden, ons behouden en tot Zijn kinderen gemaakt. Zó heeft Hij ons aan Zijn Zoon gegeven.

Pas als alle verlosten rondom Hem vergaderd zijn en Zijn heerlijkheid bewonderen, is de wens van de Heere Jezus vervuld. Mede daarom verdroeg Hij het lijden op aarde en aan het kruis.

 

Het dagboek bestellen?