Geplaatst op

Het Rechte Spoor – 2019 | Dinsdag 20 augustus

Als iemand onder u denkt dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, dan is zijn godsdienst zinloos.
Jakobus 1 vers 26

Houden we onze tong altijd in toom? Doet het ons pijn en verdriet als we verkeerde dingen van anderen horen of ze zelf opmerken? Als we onze broeders en zusters liefhebben die kinderen van dezelfde Vader zijn, zullen we treuren over het onrecht dat één van hen doet. Hij is daardoor immers ongelukkig geworden; en Gods eer is in het geding. We denken er dan niet aan dat verder te vertellen.

De liefde bedekt juist een menigte van zonden, omdat zij bereid is een medechristen die heeft gezondigd, te helpen om tot een belijdenis te komen. Wie de fouten van zijn broeder verder vertelt, bewijst hem het tegendeel van liefde. Hij handelt zó alsof hij hem niet liefheeft en hem alleen maar schade wil berokkenen.

Het gaat bovendien om de eer van God; en dat is toch het hoogste wat voor ons bestaat? Wie kwaadspreekt van Zijn kinderen, werpt een smet op de Naam van de Vader. Zouden we zoiets willen doen?

Hoe ernstig klinkt het oordeel dat God uitspreekt over wie zijn tong niet in toom houdt!

 

Het dagboek bestellen?